Uiterlijk en karakter
De vroege Europese Saluki’s verschilden onderling nogal in afmeting en type als gevolg van uiteenlopende geografische- en jachtachtergrond. De eerste standaard van 1923 hield hier gelukkig rekening mee. De Saluki is geen eenheidsras. De algemene verschijning van dit ras moet een indruk geven van sierlijkheid en evenredige proporties. Tevens van grote snelheid en uithoudingsvermogen, gepaard aan kracht en behendigheid. Dit om de hond in staat te stellen gazellen en andere prooidieren te jagen over (zwaar gaand) mul zand en rotsachtig bergterrein. De uitdrukking moet waardig en zachtaardig zijn met trouwe, in de verte kijkende ogen. Wanneer men naar een Saluki kijkt, waant men zich in de wereld van 1001 nachten, met woestijnen, karavanen, woeste jagerse en roversbendes; de wereld van amandelvormige ogen, gracieuze bewegingen, zijdeachtig haar en zachte tapijten; van steenachtige plateaus, jachtkreten en de snelle en machtige bewegingen van de jachthonden: Saluki’s. Waar vindt men een ras met zoveel variatie in kleur, grootte en type? De kleuren variëren van zuiver wit via rood naar zwart met zilver of black and tan – met alle schakeringen daartussenin. De vacht is redelijk kort op het lichaam met zijdeachtige bevedering (lange haren) aan oren, staart, benen en tussen de tenen. Ook komen er korthaar-Saluki’s voor.

Het rastype nuchter beschrijven is niet zo eenvoudig. Allereerst de zuivere harmonie! Het adelijke hoofd op een lange en gespierde hals, goed naar achter liggendde vlakke schouders, lange rechte voorbenen met ietwat lange voeten; verder een ruime borstkas, goed opgetrokken lendenen en een sterke achterhand. Dit alles in evenwichtige proporties zonder overdrijving.
Hierbij moet men in gedachten houden dat de Saluki uithoudingsvermogen moet bezitten, kracht en snelheid met maar één doel: het bemachtigen van de prooi. De eigenlijke grootte van de hond speelt hierbij geen enkele rol. Het gangwerk hoort niet echt uitgrijpend te zijn, maar moeiteloos en dansend. De Saluki moet door het herfstbos lopen zonder de bladeren te verstoren.

Het jachtinstinct is nog steeds duidelijk aanwezig in onze honden. Hoewel Saluki’s dol zijn op zachte fauteuils en sofa’s zijn het geen schoothonden. Eenmaal buiten en los van de lijn tonen ze nog steeds waarvoor ze zijn gefokt. Een goed alternatief voor de natuurlijke jacht zijn in Nederland de coursings en eventueel het baanrennen. Een Saluki is geen allemansvriend. Hij is dol op zijn huisgezin, maar in het algemeen terughoudend tegenover vreemden. Men moet een Saluki bejegenen als een dierbare vriend: met veel geduld en begrip. Schreeuwen of slaan zijn funest, de Saluki verliest dan elk respect. Met hun zachte, wel een ietsje koppige karakter zijn het niet echt gehoorzame honden. Maar met liefde en begrip kan men alles van ze gedaan krijgen. Saluki’s zijn door de eeuwen heen gefokt om zelfstandig te jagen en te doden; waarom zouden ze zich nu onderdanig moeten gedragen? Uiteraard is het wel heel wel mogelijk een Saluki aan te passen aan de huiselijke omgeving, maar hij zal altijd behoefte houden aan vrijheid en veel beweging.

Denkt u er vooral zorgvuldig over na alvorens u tot de aanschaf van een Saluki overgaat. Laat de hond niet de kans lopen dat hij na een tijdje weer weg moet. Mocht u wel een Saluki nemen, dan wensen we uw hond fijne huisgenoten toe die hij zeker zal waarderen. Als u een echte liefhebber van dit ras wordt, dan kunt u er eigenlijk nooit meer buiten.